Loyaliteit en katten

 Mia vroeg mij of ik het al hoorde,  dat er een trendy bistro in het café naast de kerk komt, iets heel speciaals, echt iets voor mij en of ik kon raden wat.

“Neen” en ik deed geen moeite want binnen de tien tellen zou ik het horen.  “Ik popel al”, moedigde ik haar aan. 

“Wel, de nieuwe eigenaars, jonge mensen, zij half Japans, hij een leraar, verbouwen het café tot een eethuisje waar je zowel ontbijt als lunch kan eten en … daar zullen katten rondlopen. “

“Katten? Katten in een eettent?”

“Het is big in Japan” zei ze, ze keek verwonderd dat ik zo laconiek reageerde en vulde onmiddellijk aan dat die katten overal in de bistro vrij rond lopen, overal mogen opspringen maar dat de gasten hen niet mogen aaien.

Ik zag het zo gebeuren en ik voelde een puf opkomen, meestal een teken dat dit niets voor mij was. “En ze springen op tafel?’ vroeg ik gemaakt geïnteresseerd.

Bleek van wel. Een grimas verraadde waarschijnlijk wat ik voelde. Mia bekeek me verwonderd en zei dat ze gehoopt had op een positieve reactie omdat ik van katten hou en een kat heb.

Verbanden leggen getuigt van intelligentie maar Mia had het nu echt mis. Ik herhaalde dat die  kat, de kat van mijn vader,  aan mij is toevertrouwd nu vader in het verzorgingstehuis woont. Die kat staat voor mij symbool voor pure loyaliteit aan mijn vader die er soms, heel af en toe, nog eens naar vraagt. Laatst deed hij zelfs de moeite niet om naar buiten te kijken, terwijl ik met de kat voor het raam stond te zwaaien.

 ‘Ik hou niet van katten, ik hou eigenlijk zelfs niet van deze kat en de reden dat deze kat hier nog steeds onder mijn voeten loopt, is geworteld in mijn strenge katholieke opvoeding en het vierde gebod: Vader, moeder zult gij eren”, pompte ik kwaad en vooral heel luid uit mijn ziel.

Toen werd het stil.

 “Echt”, vroeg ze verwonderd, “en je vertrok later op vakantie omdat de kat anders alleen thuis was? “

Ik zei haar dat ik van mijn huis hou, van mijn planten, mijn witte sofa en mijn boeken en dat die kat er was uit loyaliteit en ik benadrukte het woord. “Die kat verkracht de schoonheid en de rust van dit huis waar ik nu al 10 jaar voor en aan werk. Nooit komt er nog een andere binnen in dit huis.” Waarschijnlijk was het door de zoveelste ruzie met mijn vader deze middag dat ik de kat belaadde met al mijn frustratie maar het was mij even te veel. Pa kroop vandaag weer in de slachtofferrol omdat ik hem te weinig bezocht, terwijl hij zelf weigert om deel te nemen aan de vele activiteiten die voor de bewoners georganiseerd worden.

Daarover zweeg ik tegen Mia.

Ik vertelde wel over de kat die ’s avonds naast mij op de bank kwam zitten en me gijzelde doordat hij opsprong bij de minste beweging  waarna hij aan de deur, het raam of het tv-scherm ging krabben. “Die geluiden gaan door merg en been”, zei ik terwijl ik natrilde. “Dan zet ik hem buiten en dat zou mijn vader niet tolereren. Vandaar mijn schuldgevoelens”.  

Mia bekeek me vol medelijden en ik besefte dat ik niet alleen over de kat sprak maar over de hele situatie waarin ik noch voor mijn vader noch voor zijn kat ooit genoeg zou kunnen doen. ‘Het is geweten dat katten de mens als slaaf nemen’ zei ze als troost en om het niet over mijn vader te hebben.

‘Plaats vooral niet op tinder dat je een kat hebt, of je trekt mannen met katten aan’, zei ze grappend om de situatie wat luchtiger te maken.   

‘Dus’ zei ik, ‘als er een marktonderzoek  komt over die kattenbistro, zeg ik eerlijk dat ik nooit klant zal worden omdat ik niet wil eten in een plaats waar dieren op tafel kunnen lopen. Ik wil mijn handen niet vuil maken tijdens het eten door hen van de tafel af te duwen. Ik wil niet dat er katten eten op de grond staat voor al die dieren, dat is gewoon vies. En aan die viezigheid erger ik mij hier ook dagelijks.”

Mia stelde voor om mijn kat naar het kattenbistro brengen om zo andere mensen gelukkig te maken. Hier zag ik onmiddellijk een nieuwe parallel met mijn eigen vader, die kat houdt absoluut niet van andere katten, hij doet wat hij wil en met wie hij wil en nog nooit kwam een andere poes daardoor voor de tweede keer langs. Hoe ouder mijn vader werd, hoe ongegeneerd eerlijk hij werd. En terwijl ik mezelf beluisterde vroeg ik mij zelfs af of ik ook al zo ver was.  

Mia vroeg waarom ik daar nooit eerder over vertelde? ‘Iedereen heeft iets waar hij niet fier op is’ zei ik.  

Toen vertelde ik haar dat mijn therapeut mij aanraadde om mijn grenzen te leren trekken, mijn echte en authentieke zelf  te leren omarmen en mijzelf op de eerste plaats te zetten. “En die kat is hier voor een doel, hij daagt mij  uit om mijn grenzen aan te geven en dat is nodig als ik in de toekomst terug ga daten. Als ik deze kat aankan, kan ik elke man aan”. 

Dit was een tweede eerlijke bekentenis. Ik zag Mia twijfelen of ze mij wel zou geloven. Ik zweeg en zo kwamen we weer bij Mia’s favoriete onderwerp; een lief zoeken voor mij.

Laat een reactie achter

Scroll naar boven