Dag 6 van 40 dagen bloggen
Zondagmiddag, geen zevende dag. Geen discussies van politiekers, geen slecht-nieuwsshow. In de plaats daarvan een goed gesprek. Nic Balthazar praatte met Elke Van Hoof.
Het is OK om niet OK te zijn
Daar zijn we het natuurlijk allemaal over eens. We begrijpen dat mensen al eens een mindere dag kunnen hebben. Dat de gezondheid kan tegenvallen en dat de kleine baby iemand uit zijn slaap kan houden. Dat het werk kan tegenvallen… Om het even. Het kan. En je mag het al eens zeggen. Dat is allemaal OK.
Maar we kennen allemaal onze eigen reactie als mensen spontaan vragen hoe het met ons gaat. ‘Goed’ zeggen we, terwijl het niet zo is, al is het maar om die andere niet in verlegenheid te brengen. Mensen die zelf goedgezind zijn, houden niet van watjes. Dus we zeggen gewoon ‘goed’.
Maar soms zijn we wel eerlijk en vertellen we wat er ons echt scheelt. Of proberen we te vertellen wat er echt aan de hand is. Op een receptie bij voorbeeld is dat buiten de verwachtingen van de vraagsteller. Die had nu echt niet verwacht dat er een ‘minder goed’ zou komen. En eigenlijk wachten mensen ook niet op je antwoord.
Waarschijnlijk maakte je het ook al mee op collegiale of familiale bijeenkomsten. Iemand vraagt hoe het met je gaat maar intussen is zijn blik al zoekende om de volgende persoon te begroeten.
Volgens Elke Van Hoof wimpelen wij mensen met wie het niet goed gaat doorgaans nogal vlug af met ‘Het komt allemaal wel goed’. Of ‘Ik heb dat ook gehad, duurt enkele maanden.
Gevolg, we lijden in stilte en laten mensen lijden in stilte.
Nic Balthazar stelde voor om ‘HOEVEEL is ’t’ te vragen. Dit met de bedoeling om in een cijfer aan te geven dat het eigenlijk niet perfect gaat maar het al slechter geweest is. Elke Van Hoof veronderstelt dat we in dat geval vooral een 7 zouden geven. Om dezelfde redenen; we willen anderen niet lastig vallen omdat we weten dat de andere eigenlijk geen woorden heeft om ons te helpen en dat de onkunde nog pijnlijker kan zijn dan gewoon te zeggen ‘goed’.
How are you today?
Tijdens onze reis in Boston keken mijn vriendin en ik raar op toen we in elke winkel begroet werden en de winkeldame of – heer vriendelijk en beleefd vroeg: ‘How are you TODAY?’.
Dit ging nog net iets verder. Het feit dat de dames en heren meer specifiek vroegen naar het tijdstip, ‘today’ kwam nog geloofwaardiger over en we vonden dat we iets moesten antwoorden. Temeer daar ze leken te wachten op een antwoord.
Dus gingen we op de vraag in met ‘Het is verschrikkelijk warm vandaag’.
Misschien hadden zij een antwoord als ‘Perfect’ verwacht maar ook zij gingen in op onze reactie. En echt gebeurd, zowel bij Chanel als Tiffany’s bood men ons een koel glas water aan.
Wij voelden dan ook verplicht om iets meer prijs te geven en ik vertelde naar waarheid dat mijn vriendin de prachtige armband die ze de hele reis droeg ZELF ontworpen en gemaakt had. Ik wil er wel bij vertellen dat zij met deze armband al een ambitieuze prijs had gewonnen in Vlaanderen. Complimenten alom.
Het is nooit tot een contract gekomen. Jammer. Maar het leidde wel tot een goed gesprek.
Bij Chanel ging het zelfs nog iets verder. Daar geraakten we aan de praat met de verkoper over zijn welbevinden als Fransman tussen de Amerikanen. De man was ongelukkig in Amerika. Hij verlangde terug naar Parijs. We haalden ons beste Frans boven om te luisteren en zijn problemen te erkennen. De man was supergelukkig dat hij zijn eigen taal mocht spreken.
‘You, you you’, de familiaire Amerikaanse aanspreking paste niet bij de stijl en status van hem noch de winkel. Hij wou terug naar de stad waar men een verkoper met ‘Vous’ aansprak. Maar zijn vriendin wou niet mee. Omdat het vertrouwen intussen zo stevig was, durfde mijn vriendin vragen of ze een prachtig horloge, bezet met diamanten, eens mocht passen. Kostprijs 25000 euro. Hij keek rond, zag dat we met z’n drieën in de winkel waren en het mocht. Het mocht! Ook al hadden wij op voorhand gezegd dat we het niet zouden kopen. Alleen maar eens wilden voelen.
We wensten hem nog het allerbeste en beloofden, als het ooit zover kwam, hem in Parijs op te zoeken. Wetende dat wij in de vakantiekledij die wij die dag droegen NOOIT voorbij de security zouden geraken in de Chanelwinkel op de Champs-Elysées in Parijs.
Amerika blijft voor ons het land van de kansen. Een schooier vandaag, we droegen een eenvoudige short en sneakers, kan morgen een miljonair zijn. En daarom mochten we binnen en werden we nu al behandeld als prinsessen.
Zo denken ze er in Zurich niet over. Toen de steenrijke Ophrah Winfrey in een winkel informeerde naar de prijs van een handtas zei de verkoper dat het waarschijnlijk niet voor haar zou zijn. Ze was gekleed in een sweater en op sneakers. Sneakers die misschien een tienvoud kostten van die van ons.
Elke dan een nieuw avontuur, het ging maar door. Verkopers bleven vragen hoe het met ons ging vandaag. En ze bleven wachten op een antwoord. Dus wij vertelden er al automatisch bij waar we vandaan kwamen. We liepen op wolkjes. Die gesprekken waren misschien fake maar wel heel erg leuk. ‘Fantastic, it’s an excellent day, beautiful shop!’ In NO Time snapten we het spel.
Winkelen in Boston was veel leuker dan in Vlaanderen waar verkopers heel vaak met een VEEL TE ernstig gezicht rond lopen. Zo hadden we een boeiend gesprek met de winkeldame bij Diane von Furstenberg. Tuurlijk hadden we eerst vermeld dat Diane familie is van onze koninklijke familie. Ze vroeg ons wat carrière dames in Vlaanderen droegen en wat in de winkel passend was voor een vrouwen met ambitie. We veronderstelden , afleidend uit de werkoutfits van mijn dochter en de kostuums die Hillary Clinton droeg, dat ambitieuze vrouwen in Amerika doorgaans gewoon mannen met een extra gekleurd sjaaltje waren wat hun outfit betrof. Ons afvragend of wij in short en op sneakers echt uitzagen als stylisten, gingen we vol enthousiasme met haar de winkel rond. En daar ter plaatse kwamen we tot de vaststelling dat koninginnen zoals Maxima en Mathilde vaak mooier er eleganter gekleed gingen dan onze ministers die zelf voor hun carrière hadden moesten zorgen. Vorig jaar tijdens de ‘Woman Award’ viel mij op dat onze vrouwelijke ondernemers doorgaans getuigen van een zeer goede smaak, dat in tegenstelling tot de minister van arbeid. (Ik zie uit naar de volgende editie nu woensdag.)
Waar, hoe en wanneer ‘Hoe gaat het?’
Neen, zowel in Vlaanderen als in Amerika is de vraag naar hoe het met ons gaat niet bedoeld om je diepste zielenroerselen op tafel te leggen.
“Hoe gaat het met jou?” is geen moeilijke vraag. Maar je moet al wat inzicht in sociale geplogenheden en veel mensenkennis hebben om te weten wanneer je wat moet antwoorden. Wanneer je je leven mag vertellen en wanneer een ‘goed’ volstaat.
Daarom hou ik van kleinere samenkomsten en feesten. Daar heb je de tijd om wel met de mensen te praten en kan je ECHT vragen hoe het met de ander gaat.
Of stuur eens een mailtje. Hé hoe gaat het, lang geleden! Of voeg ‘hoe gaat het met jou’ toe aan de verjaardag wensen op facebook.
Zo kreeg ik deze week een antwoord en een heel uitgebreid telefoontje.
Het deed mij echt deugd. En haar ook.

Dat deed ik deze voormiddag. Iemand die ik lang niet gezien had (online), een mailtje gestuurd om te vragen hoe het met haar is. Via het internet krijg je daar vaak een oprechter antwoord op dan als je “hoe gaat het met je” in ’t echt vraagt.
Ja het internet is vaak je vriend. Je voert er een 1 op 1 gesprek he. Fijn dat jullie een leuke date hadden.