Daar zaten ze dan, twee groepen recht tegenover elkaar. De rationele groep verstond billijkheid als het correct verdelen van werk op basis van cijfers en getallen. De andere groep wou die billijke verdeling liever organisch en “random” laten gebeuren. Gewoon, het werk verdelen op basis van vertrouwen en dan kijken waar je uit komt. Die tweede groep was ervan overtuigd dat op een weegschaal leggen overbodig werk is met veel stress.

Beiden vulden ze het begrip billijk in vanuit hun eigen maatstaf en beiden verwachtten ze eerlijkheid. Een objectieve maatstaf, meten is weten, is een correcte oplossing op korte termijn. Collegiaal het werk verdelen is dan weer duurzamer omdat het meer gericht is op communicatie en sociale interactie.
Beide groepen zaten vast in het eigen grote gelijk en hadden slechts één verwachting ten opzichte van de andere; dat de andere eerlijk was.
Ze schrokken van elkaars insteek en hielden vast aan het eigen grote gelijk. Meer nog, ze werden elk in een rol geduwd die hun beeld van het geheel vertroebelde. Niemand liet zich nog in een hoek duwen en iedereen ging nog meer achter het eigen grote gelijk staan. De “randommensen” gingen plots ook tellen. Iets waarvoor ze zich achteraf schaamden want ze hadden zichzelf en hun idealen verloochend.
De twee groepen hadden uiteindelijk een berekende deal. De spanning tijdens de vergadering was te snijden en iedereen ging plat en zonder energie terug aan het werk. Niemand was gelukkig en het wantrouwen was nog nooit zo groot geweest.
Wat er ontbrak?
- Menselijkheid en menselijk enthousiasme om te delen.
- Goesting om samen te werken en aan het werk te gaan.
- Vertrouwen in elkaar, weten de ander het goed met jou en met zichzelf voor heeft. Vertrouwen dat blijft duren ook in volgende afspraken.
- Geloof dat je onvoorwaardelijk op anderen kan rekenen zonder dat hulp met een weegschaal wordt afgewogen.
- Basisveiligheid; mijn collega’s dragen mij en ik draag hen.
- Passie want zonder passie is het leven gewoon saai, frustrerend en bekrompen. Passie is de motor die ons energie geeft. Zonder passie stevenen we met z’n allen af op onverschilligheid. Je geraakt verbitterd en je focus gaat zo vernauwen dat je constant een gevecht aangaat dat je niet kan winnen.
Gelukkige mensen zijn dankbare en tevreden mensen. Mensen die kunnen geven en kunnen nemen. Hoog tijd dus om menselijkheid als een criterium voor billijkheid te erkennen. Als we als mens niet meer menselijk kunnen zijn, mogen ze ons vervangen door computers.
In de Deep Democracy methode gaat men op zoek naar wat mensen bindt. In mijn voorbeeld streefden beide groepen naar billijkheid maar vanuit een ander standpunt. De groepen namen niet de tijd om samen te zoeken naar een gemeenschappelijke oplossing om tot die billijkheid te komen. Zo verhardden de standpunten en gingen beide partijen zich nog sterker binden aan hun groot gelijk. Ze zetten zich toenemend af tegen de andere. En hoe meer je je dan in een hoek geduwd voelt, hoe meer je je ook emotioneel gaat verbinden met je eigen standpunt. Op de duur neem je beslissingen of doe je uitspraken die niet meer echt bij jou als persoon horen maar bij de groep waar je verondersteld wordt bij te horen.
“Praten werkt”, zeggen ze bij KBC, zeker als het ervoor kan zorgen dat mensen met een open hart kunnen voelen en luisteren en met een ruime blik kunnen kijken.