Een televisieserie als een andere op zaterdagavond?
Zaterdagavond. Ik hield van goeie moordverhalen maar begin stilaan mijn strot vol te krijgen van detectives en andere gruwelijkheden. Toch startte ik eind december met een nieuwe reeks, A Confession. Het leek een klassieke detective; meisje verdwijnt, een goeie politie-inspecteur, Steve Fulcher, komt op de proppen, moordenaar gevonden. Fulchers doorzettingsvermogen, scherp inzicht, menselijkheid en wil om te slagen zorgen ervoor dat de dader gepakt wordt op het einde van de eerste avond. Ik was verwonderd. Moest hier nog een vervolg aan gebreid worden? Was dit een serie? Ja dus. Ik sliep goed die nacht. Afleveringen drie tot zes moesten nog komen.
Vorige week zagen we hoe de hoofdinspecteur de moordenaar kliste, hem een tweede moord liet bekennen, de politie bij de lijken bracht en vermoedens over een seriemoordenaar losweekte. Dit alles kon omdat detective hoofdinspecteur Steve Fulcher opzettelijk de politieprocedure en -protocol heeft overtreden om een bekentenis te forceren. Op het politiebureau kreeg hij een staande ovatie. Op zijn gezicht stond geen glorie te lezen maar een zeer afwachtende houding. Alles kon nog fout gaan. En zo gebeurde. Zijn leidinggevenden feliciteerden hem wel maar begonnen onmiddellijk over de procedures.
Van held naar beschuldigde
Om een verhaal kort te maken, de held werd aangeklaagd, kreeg er nog een klacht bovenop van de vader die geen blijf wist met zijn frustratie en dus maar het “gekwetste kuiken” nam om een klacht tegen in te dienen. Zijn collega’s lieten hem vallen, zijn oversten ook en een overijverige ambtenaar stuurde de aanvraag tot schorsing door vooraleer alles grondig uitgepraat werd met de betrokkene. Bovendien heb ik een vaag vermoeden dat collega’s om zichzelf te beschermen en ten voordele van enkele pluimen liever een mentale moord op de held pleegden.
“Alles kan verkeren” zei Bredero
De hoofdinspecteur had een goed leven, niet enkel door veel geluk maar door inzet. Hij had een job waar hij goed in was en steeds beter wou in worden en een gezin waar hij tijd voor maakte. Hij bewaakte de work life balance. Hij had een missie, het verdwenen meisje, liefst levend, terug bij haar familie brengen. En dit heeft hem uiteindelijk zijn carrière en reputatie gekost. De familie van dit meisje liet hem uiteindelijk vallen. De moeder van het tweede vermoorde meisje bleef hem steunen, zette petities in en haalde de media. Dit laatste zorgde ervoor dat hij wel schuldig werd bevonden maar geen ontslag kreeg. Zijn nieuwe taak was er een die ver beneden zijn capaciteiten lag, de echte ontmenselijking. Toen de vrouw van een collega die een ongeveer gelijkaardig parcours liep maar uiteindelijk zelfmoord pleegde, hem vertelde dat een werk geen leven waard is, nam hij ontslag.
De dunne en slappe koord van maatschappelijke inzet
Waarom treft dit mij zo hard? Als politieagent werken met criminelen is dansen op een dunne en slappe koord. Zij liegen, zij hebben iets te verbergen, zij zijn voorbereid, zij worden beschermd door wetten en regels en door hun advocaten die verplicht zijn om hen te ondersteunen en te helpen. De politiemensen moeten alles uit de kast halen om de waarheid naar boven te halen maar worden beperkt in hun gedrevenheid en handelen. In dit geval bleef een moordenaar buiten schot terwijl de politieman door een hel ging.
Permanente evaluatie
Gelukkig zijn er idealisten met een missie, liefde voor anderen en een drang om mensen te helpen die sterker is dan wetten en regels. Valt het jullie ook op dat in meerdere politieseries de bazen de helden tegenwerken? In dit verhaal ook en dit verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten. Het verhaal is echt gebeurd. Neen, we worden niet graag geconfronteerd met politie. Ja, we willen allemaal een rechtvaardige behandeling. Maar naar waar evolueren we als we die mensen die ons beschermen of die voor een hoger doel zoals hulp aan slachtoffers en het straffen van daders, zelf gekraakt worden?
Niet alleen regels beperken mensen. Krijg je ook constant die vervelende evaluatieformulieren? Veel mensen in maatschappelijke en financiële diensten worden dagelijks geconfronteerd met evaluaties om zichzelf te kunnen bijsturen, voor interne kwaliteitscontrole. Dit maakt mensen bang want resultaten van evaluaties kunnen leiden tot sancties, zelfs tot ontslag. Ik zet zelden een negatieve evaluatie op papier omdat ik weet dat het mensen kan schaden, omdat ik niet weet wat er echt achter het gedrag van de te-evalueren- mens zit, omdat heel veel niet te vatten is in een score op 10. Men geeft ook vaak de indruk dat het over de evaluatie van een bedrijf gaat maar uiteindelijk gaat het over mensen. Procentueel kruipen meer mensen in de pen om iets negatiefs te melden dan iets positiefs. Dus ik geef vaak een klein tegengewicht.
Iemand vertelde mij onlangs dat de managers niet meer tevreden zijn met een evaluatiescore van 8 op 10. Het moet meer zijn. Toen ik buiten het kantoor kwam, kreeg ik al een mail om die medewerker te evalueren. Ik gaf alleen tienen, niet omdat hij zo goed maar omdat hij mij eigenlijk impliciet een vraag gesteld had. Ik weet dat hij zijn best doet. Dat alleen is geen 10 waard maar ik wil niet dat deze vriendelijke en enthousiaste man met een gezin ontslagen wordt. Ik draaide als klant dus maar mee in een leugenachtig systeem.
Bescherm de idealist
De serie maakte een dergelijke diepe indruk op mij, dat ik er twee zaterdagen na elkaar slecht van sliep. Twee vragen blijven knagen: “Welke plaats heeft de waarheid nog?” en “Hoe masochistisch moet je zijn om nog te willen en te blijven opkomen voor anderen in een maatschappelijke functie?” Op het tweede kan ik antwoorden: IDEALIST! Laat ons de idealisten koesteren en beschermen. Over mogelijke antwoorden op de eerste vraag moet ik eens heel diep nadenken want na deze serie en de gedachten die ik er aan koppel, voel ik vooral ontgoocheling.
Heb je het gemist? De reeks A Confession is nog beschikbaar tot eind maart op VRT-NU. Laat je me weten welke gedachten dit bij jou opriep?
