
Het welbevinden van leerlingen werkt aanstekelijk
Voor velen, ook voor kinderen is de school een vorm van noodzakelijk kwaad. Je moet er door en liefst op een zo kort mogelijke tijd. Eerlijk, ik heb dat zelf nog tegen de kinderen gezegd op het moment dat er geklaagd werd en ik hen niet kon motiveren om met volle goesting naar de school te gaan. “Dan ga je maar omdat je moet!”
Maar het kan ook anders. In de nieuwe manier van doorlichten hebben wij, de onderwijsinspectie, een gesprek met de leerlingen. Het draait toch om hen, niet? Meestal ervaren wij heel veel openheid, eerlijkheid en spontaneïteit van leerlingen en hebben we boeiende gesprekken. De ervaring leert ons dat kinderogen vaak de spiegels van de school zijn.
En, kom je graag naar school?
De gesprekken met de leerlingen stimuleren ons tot nadenken. Als we peilen naar het welbevinden van leerlingen, onder andere via de vraag of ze graag naar school komen en waarom, krijgen we als antwoord dat het voor de vrienden is, omdat er sportvelden zijn, er muziek op de speelplaats is op vrijdag, ze leuk mogen spelen op school, omdat er een grasveld is … Soms vertellen ze over de toffe juf of meester of de leuke uitstappen. Als leerlingen inspraak hebben over het leven en leren op school, ervaren we een grote fierheid en betrokkenheid voor de school en de medeleerlingen.
Via actief leren naar een hoger welbevinden
Wat wij minder horen van leerlingen is dat ze graag naar de school komen omdat er zoveel te leren valt. Raar, daarvoor gaan we toch naar school?
Maar die maandagmorgen horen we en het klonk gemeend, dat de leerlingen heel graag naar school komen omdat er zoveel te leren valt. De leerlingen raken niet uitverteld over de vele initiatieven die leerkrachten nemen om hen in hun kracht te zetten en hen meer verantwoordelijkheid te geven in hun leerproces. Ze doen zo graag wiskunde, zeggen ze en iedereen in de klas doet dat graag. “Echt waar, mevrouw!”
Wij blijven positief en kritisch maar aan zoveel spontaan enthousiasme kunnen we niet voorbij. Het schoolteam was zich ernstig gaan bezinnen over klasmanagement en meer inhoudelijke en realistische verrijking van wiskunde. De leerlingen krijgen nu volop kansen tot experimenteren, exploreren en altijd is er een ‘lopend’ probleem dat ze niet onmiddellijk moeten oplossen maar waar ze in onderling overleg tot een oplossing kunnen komen. Ze mogen hun eigen kamer inrichten met een beperkt budget of de berekening maken voor een zwemvijver op school. Als volleerde binnenhuis- of tuinarchitecten gaan ze aan de slag om zo de geleerde wiskundige formules toe te passen. Elkaar helpen mag, moet zelfs.
“Wiskunde is nu veel gemakkelijker” zegt Eva, “we staan er niet meer alleen voor en als we er niet uit geraken, kunnen we altijd bij de leerkracht terecht.” In de oefenfase mogen ze spiekbriefjes gebruiken en in het begin van de les schrijven ze het doel van de les op bord, om dat op het einde van de les te evalueren.
Bij de rondgang in de schooltuin tonen ze ons het fit-o-parcours, het bosje en de tuin, hun speelterreinen om te experimenteren in en met de natuur. “Het is hier zo boeiend,” zegt Thomas en wij geloven hem.
Tijdens het gesprek met leerlingen horen we kritische, gelukkige leerlingen die het elke dag gezond druk hebben op school met experimenteren, overleggen, in groep te werken, uitdagingen aangaan, kortom heel veel te leren en te ontdekken.
Is het niet zalig dat het welbevinden van leerlingen stijgt juist omdat het boeiend is op school? Dat er weinig pestproblemen zijn omdat leerlingen verplicht worden om elkaar te helpen, samen te werken. En omdat ze niet alleen verantwoordelijk zijn voor hun eigen resultaten maar ook delen in succeservaringen van hun klasgenoten? Is het niet fantastisch dat leerlingen zeggen dat wiskunde leuk en gemakkelijk is omdat er zoveel samenwerking is tussen leerkrachten en leerlingen en tussen leerlingen onderling om tot bredere inzichten te komen?
Het is een win-winsituatie als leerlingen met een andere thuistaal de kans krijgen om veel met elkaar te overleggen en zo hun taalvaardigheids- en communicatie skills te verhogen.
Uiteindelijk worden kinderen gelukkig van succeservaringen die ze opdoen binnen hun leerproces. Voor ons is dit een aha-erlebnis. De neveneffecten van boeiend onderwijs zijn legio. Niet het streven naar welbevinden op zich is het doel. Het doel is goed en boeiend onderwijs aanbieden en leerlingen uitdagen om samen te werken en hen op die manier meer welbevinden geven.
Misschien is uitdagend onderwijs geven en leerlingen verplichten om samen te werken wel de beste move tegen pesten.