De laatstejaarsreis tijdens de paasvakantie
Aan een tafeltje op de Piazza Pitti in Firenze, zaten ze gezellig te keuvelen over hun toekomstplannen, vier jongens. Op de tafel staan vier lege potjes van gelati en een grote lege fles acqua. Wij willen dit toffe gesprek niet onderbreken door te verraden dat wij Vlamingen zijn. Zij hebben ons door en komen vriendelijk een goeiedag zeggen. ‘Op laatstejaarsreis?’ ‘Wat bezochten jullie al?’
In hun verhaal horen we de vreugde van het afstuderen in het secundair onderwijs en de roep naar meer eigen interesses in hun studies. We merken ook de heimwee naar de veiligheid die hun ‘groepje’ hen gaf. Een gevoel dat ik ook mocht ervaren, eenenveertig jaar geleden in de paasvakantie tijdens onze Italiëreis. Alsof het gisteren was.
‘Toffe jongens’ zei mijn vriendin. ‘Plichtsbewuste, brave jongens!’, dacht ik.
De laatstejaarsreis

Voor mij (en onze kinderen) was onze laatstejaarsreis iets fantastisch. Het was de eerste keer dat ik mocht vliegen. Wij bezochten Sicilië.
Onze zelfgemaakte reisgids uit 1978 ging mee naar Sicilïe, toen we het eiland een paar jaar gelden nog eens bezochten. Sicilië is de bakermat van Europa, een smeltkroes van culturen. Dat weet ik nog want wij maakten onze reisgids zelf en het was onze examenstof voor het vak esthetica. De reisgids van de oudste kinderen gaat nog mee, telkens we een door hen bezochte stad bezoeken in ons favoriete land Italië.
De laatstejaarsreis, daar zagen wij jaren op voorhand naar uit. Dat was ook nodig. Naast het voorbereidingswerk voor de gidsbeurten die we zelf moesten doen, organiseerden wij verschillende activiteiten om die reis te betalen. We maakten reclameboekjes bij een filmvoorstelling, organiseerden een “kleinkunstavond” en een fuif. Omdat we nog niet toekwamen, hebben we ook een paar weekends auto’s gewassen.
Wie gaat dat betalen? Wie heeft zoveel geld?
In de manier waarop die laatstejaarsreis betaald wordt, is er een groot verschil tussen scholen. Soms krijgen de ouders gewoon de rekening. Dit heeft tot gevolg, zo mochten we thuis ook ervaren, dat niet iedereen mee gaat omdat sommige ouders dit budget niet kunnen ophoesten.
Onze jongste dochter had het grote geluk in een school te zitten waar heel sterk gelet wordt op democratische prijzen en waar iedereen de kans krijgt om mee te gaan, net als bij ons. De leerlingen koken soep om te verkopen, poetsen zelf klassen, geven een groot optreden met eigen gezang en dans. Ouders werken samen om de genodigden te voorzien van een heerlijke maaltijd .
Anna, onze jongste, wou vrijwilligerswerk doen in het buitenland als basis voor haar eindwerk. Toen ze haar project en haar doelstellingen voorstelde, vroeg de directeur wie haar reis zou betalen. Wat één leerling kiest als eindwerk moet iedereen kunnen kiezen zonder financiële beperkingen. Ze heeft gepoetst, opgediend op feesten en in cafés en nam thuis de poetsbeurten van de poetsvrouw over. Ze heeft met plezier zelf haar reis betaald.
Jong geleerd, is oud gedaan
Een zelfde verhaal horen we in een zesde leerjaar van een basisschool. De leerlingen willen een pretpark bezoeken maar de maximumfactuur is overschreden. De klas maakt er een tof project van. Leerlingen mailen, onderhandelen en verzamelen prijzen. Gaan op zoek naar het goedkoopste vervoermiddel en brainstormen over acties om het geld zelf in te zamelen. Het resultaat is een uitstap waar iedereen kan aan deelnemen. De weg naar het pretpark is zoveel rijker dan een busrit. Ze leren een budget beheren, prijzen kennen, zich inzetten voor een doel, voor elkaar opkomen, samen werken. De leerlingen vertellen fier tijdens het leerlingengesprek dat zij daar zelf voor spaarden en de maximumfactuur niet overschreden.
Nieuwe eindtermen secundair onderwijs
In de nieuwe eindtermen van de eerste graad secundair onderwijs staat dat leerlingen op school financiële en economische competenties moeten leren. Wij mochten deze competentie lang geleden al leren op school.

